Planten

De plantenwereld van de Filippijnen is met alleen al meer dan 10000 boom-, struik-, en varensoorten rijk en gevarieerd. Van het overgebleven primaire oerwoud telt alleen al het aantal boomsoorten tussen de 2500 en 3000. Ongeveer 6000 van deze soorten zijn endemisch.

De nara is de nationale boom van de Filipijnen. De boom geeft prachtige gele bloemen en het hout is van goede en duurzame kwaliteit. Het hout wordt onder andere gebruikt voor huizen, meubels en parketvloeren maar ook voor instrumenten of een biljarttafel. In de traditionele geneeskunde wordt er thee gemaakt van de Narra bladeren tegen diarree.

In de archipel groeien meer dan 900 endemische soorten orchideeën, waaronder de zeer bijzondere waling-waling. Dit is de zeldzaamste soort orchidee en wordt ook wel de ‘Queen of the Philippine Orchid’ genoemd. Waling-waling groeit in het wild aan de bomen diep in de jungle.

Een zeer opmerkelijke plant in de Filipijnen is de doerian. Ook wel de stinkvrucht genoemd vanwege de enorme stank wat de schil van de vrucht afgeeft. De stank is zelfs zo erg dat het verboden is deze vrucht mee te nemen naar hotels, vliegvelden en openbare gelegenheden. De smaak daar tegenover is ontzettend zoet en erg geliefd.

De Filipijnen beschikken over veel planten die erg waardevol zijn en gebruikt worden als landbouwproducten. Dit zijn onder andere rijst, maïs, suikerriet, tabak, kokospalmen en rubberbomen. De Filipijnen kent een grote variëteit aan fruitsoorten. Mango (mangga), banaan (saging) en kokosnoten (buko) zijn hier ruimschoots aanwezig. Bijna een derde van de bevolking is afhankelijk van de kokosnotenoogst. Ook vind je hier veel watermeloenen, guave, calamansi, ananas en papaya. Tevens is hier het grootse stuk fruit ter wereld te vinden, genaamd: jack fruit.  Deze vrucht kan tot wel 40 kg rijken.

Dieren

De Filippijnen liggen in het overgangsgebied van het Zuidoost-Aziatische dierenrijk en het Australische dierenrijk. Je vind hier dus soorten die afkomstig zijn van het vasteland van Azië, maar ook soorten met een Australische afkomst. Op de Filipijnen komen geen grote zoogdieren voor zoals olifanten, neushoorns, panters en tijgers. Dit door het feit dat de Filipijnen niet via het continentale plat verbonden zijn met het vaste land van Zuidoost-Azië. (uitgezonderd van Palawan). Er zijn wel fossiele resten gevonden van olifantachtige maar deze zijn in de prehistorie uitgestorven. Door de afzonderlijke ligging kennen de Filipijnen vele endemische diersoorten. Waaronder een paar bijzondere mini diertjes.

Tarsier.  Ook wel het spookdiertje genoemd. Deze kleine primaat is zo groot als je hand en leeft alleen op het eiland Bohol. De tarsier heeft in verhouding tot het hoofd erg grote ronde ogen, een klein lichaam en een lange staart.

Muishert. De naam verraad het misschien al; het is een hert met een uiterlijk van een muis en daarnaast wordt dit hertje niet groter dan 50cm. Ze leven alleen nog in het zuidwesten van Palawan.

Tamaroe. Dit is misschien wel het meest bijzondere dier van de Filipijnen. Het is de meest bedreigde rund onder de Aziatische buffels. Met een schouderhoogte van ongeveer 1 meter is deze dan ook zeer opmerkelijk te noemen. De tamaroe komt alleen voor op het eiland Mindoro.

Vleerhonden. Ook wel vliegende honden of grote vleermuizen genoemd. Vleerhonden zijn dan ook familie uit de orde van vleermuizen. De Filipijnen telt acht verschillende vleerhonden. De grootste vleerhond heeft een spanwijdte van 180 cm. De grote vleerhonden hebben geen staart. Op de tweede vinger in de vleugel zit ook een klauw, hiermee kunnen zich vast klauwen aan onder andere takken terwijl ze op de kop hangen.

Vogels

Er zijn meer dan 600 soorten vogels geteld op de Filippijnen waaronder vele alleen maar hier voorkomen. Het land fungeert ook als een doortrek- en pleistergebied voor vele Oost-Aziatische trekvogels die in de tropen overwinteren.

De nationale vogel van de Filipijnen is de Filipijnse apenarend. Met een spanwijdte van 220 centimeter is deze arend een van de grootste arenden ter wereld. Een andere opvallende roofvogel is de zeer kleine Filipijnse dwergvalk.

In de archipel komen vijf soorten neushoornvogels voor. De meest opvallende en bedreigde soort is de Rosse neushoornvogel. De Rosse neushoornvogel staat bekend om zijn grote rode snavel. Door de ontbossing is deze vogel een zeldzaam soort geworden.

De Palawanneushoornvogel is een neushoornvogel die voorkomt in de regenwouden van de provincie Palawan. Het is een endemische vogelsoort. De prachtige vogel is zwart van kleur met een opvallende ivoorwitte snavel en daarbij een staart van veren in dezelfde kleur.

Het eiland Palawan herbergt ook nog de zeldzame en de nergens anders ter wereld voorkomende palawan fairy bluebird. Het mannetje is prachtig zwart met een felblauwe blauwe rug.

De mangrovegebieden vormen ook een leefgebied voor veel vogels. Je vindt hier onder andere de kleine zilverreiger en het fraaie Aziatische woudaapje. Een geelbruin minireigertje dat zich meestal schuilhoud in de oever.

Reptielen en amfibieën

Onder reptielen en amfibieën in het tropische bos bevinden zich verschillende vliegende of zwevende soorten. Het meest interessante is misschien wel het vliegend draakje. Vliegende draakjes kunnen vliegen door de dunne huidflappen aan de flank van het lichaam die bewegen door opvouwbare ribben.

De meest indrukwekkende landreptielen zijn de netpython en de giftige koningscobra. De netphyton kan 7 tot 8 meter bereiken maar de meeste exemplaren zijn niet veel groter dan 3 a 4 meter. De koningscobra wordt maar liefst 4 meter lang en voedt zich enkel met slangen.
In totaal leven er op de Filippijnen minstens 35 soorten soorten slangen, dit is inclusief zeeslangen, waarvan de helft giftig is. In Lake Taal op het eiland Luzon komt een zeldzaam soort slang voor, de Hydrophis semperi, behorend tot de familie van zeeslangen. Het is de enige zeeslang ter wereld die zich aangepast heeft aan het leven in zoet water en komt nergens anders voor.

Langs de rivieren zou je nog de Indische varaan en de Filipijnse waterhagedis kunnen spotten. Beide zijn goede zwemmers. De Indische varaan kan tot 2 meter reiken. De Filipijnse waterhagedis tot 1 meter en heeft een opvallende kiel bovenop zijn staart.
Krokodillen zijn in de Filippijnen zeer zeldzaam geworden en komen alleen nog voor op de eilanden Palawan en Mindanao.
Kenmerkende dieren voor geheel Zuidoost-Azië en dus ook in de Filipijnen zijn de gekko’s. Dit zijn kleine hagedissen die ook vaak in de huizen van mensen vertoeven. Ze zijn vooral handig omdat ze insecten eten.

Insecten

Interessante en makkelijk waar te nemen insecten zijn de vlinders. Er zijn ruim 900 verschillende vlinders waarvan circa 400 endemisch. Vooral paradijsvlinders vallen op door hun prachtige kleuren. Sommige wijfjes bereiken een vleugelspanwijdte van circa 20 cm. Van de nachtvlinders is de atlasvlinder de meest indrukwekkende.De vlinder kan een vleugelspanwijdte bereiken van 25 tot 30 centimeter en behoort hiermee tot de grotere vlinders ter wereld. Ook kent de archipel wat minder leuke insecten. Kakkerlakken, mieren en muggen komen in dit tropische klimaat helaas ook veel voor. Op de afgelegen eilanden kan je ook last hebben van zandvlooien.

Vissen en koraalriffen

Rond de kusten van de eilanden en in ondiepe zeegebieden bevinden zich op zeer veel plaatsen prachtige koraalriffen. Koraalriffen worden gevormd door rifbouwende koralen. De diertjes die deze riffen vormen lijken op zeeanemonen. Het zijn poliepjes met een ring van tentakels rondom de mond. Met de tentakels filteren de koraalpoliepjes zwevende algen en diertjes uit het water. Koraalpoliepjes zijn kolonievormende organismen. Elk diertje bouwt een bekervormig, uitwendig kalkskelet. Doordat de lagen van kalk steeds boven elkaar worden afgezet groeit het rif van buitenaf aan. Koraalpoliepjes hebben een samenlevingsverband met eencellige algen die in hun weefsel leven, zijn ze afhankelijk van voldoende licht. Daarom komen koralen alleen in ondiep, helder water voor.

De koraalriffen zijn een leefgebied van circa 2000 vissen en ander zeewezens. Vooral opvallend zijn de zeer fraai gekleurde vissen. Verschillende soorten koraalvlinders die hier aanwezig zijn behoren voor velen tot de mooiste rifvissen. Daarnaast zal je hier ook koraalduivel, maskerwimpelvis, steenvissen, papegaaivissen, rifbaarzen, anemoonvissen en octopus tegenkomen.
Op de open zee zijn de vliegende vissen een opvallende verschijning. Ze kunnen seconden lang in de lucht blijven en daarmee tientallen meters overbruggen. Andere indrukwekkende zeedieren die je in de Filipijnen kunt spotten zijn onder andere dolfijnen, grienden, walvishaaien en manta’s.

Meer lezen over de natuur en waar je dieren kunt spotten?

• Dieren spotten in de Filipijnen
• 7 natuurwonderen van de Filipijnen
• 5 beste plekken waar je met schildpadden kunt zwemmen